ECLI:NL:CRVB:2016:822
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- P. Vrolijk
- R.P.T. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WAJONG-uitkering na eerdere afwijzing zonder nieuw feit of veranderde omstandigheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een Wajong-uitkering door het Uwv. Appellant had eerder, op 7 april 2010, een aanvraag ingediend die was afgewezen omdat hij niet arbeidsongeschikt werd geacht rond zijn zeventiende verjaardag. Na een eerdere afwijzing heeft appellant op 31 december 2013 opnieuw een aanvraag ingediend, maar het Uwv oordeelde dat de nieuwe informatie niet als nieuw feit of veranderde omstandigheid kon worden aangemerkt. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had eerder het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep handhaafde appellant zijn standpunt dat zijn beperkingen onjuist waren beoordeeld. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de overgelegde medische informatie niet nieuw was en dat het Uwv de aanvraag terecht had afgewezen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak en verklaarde het beroep ongegrond.