1.4.Bij besluit van 9 mei 2014 (bestreden besluit) heeft de minister het bezwaar van appellante tegen het besluit van 21 december 2013 ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister met de bevindingen van de controleurs, zoals neergelegd in het rapport van 5 november 2013, aannemelijk heeft gemaakt dat appellante niet woonde op het gba-adres. Daartoe is overwogen dat appellante geen eigen slaapplek heeft en dat er geen persoonlijke spullen of kledingstukken, die aantoonbaar aan appellante toebehoorden, konden worden getoond. Met hetgeen appellante hier tegenover heeft gesteld heeft ze niet aannemelijk gemaakt dat de uit het rapport getrokken conclusie onjuist is. De stelling dat zij wel op het gba-adres woonde heeft zij niet ondersteund met objectieve en verifieerbare bewijsstukken. De stelling dat zij tijdelijk op de slaapbank in de woonkamer sliep omdat haar bed kapot was acht de rechtbank niet aannemelijk, mede omdat er tijdens het huisbezoek geen beddengoed van appellante kon worden getoond. De rechtbank acht, gezien de omvang van de woning, niet geloofwaardig dat de hoofdbewoner niet kon weten waar appellante haar privéspullen bewaarde.
3. Appellante heeft zich in hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak gekeerd. Hierbij heeft appellante gesteld dat de hoofdbewoner bij het huisbezoek heeft aangeboden om appellante naar de woning te laten komen, maar dat dit volgens de controleurs niet nodig was. Volgens appellante kan van de hoofdbewoner niet verwacht worden dat hij weet waar appellante haar persoonlijke spullen bewaart. Anders dan in het rapport is weergegeven, hebben de controleurs de hoofdbewoner niet gevraagd om het beddengoed van appellante te laten zien. Uit de ondertekende verklaring van de hoofdbewoner blijkt hier immers niet van. Zo zou worden aangenomen dat de controleurs hier wel om hebben gevraagd, kan het appellante niet verweten worden dat de hoofdbewoner niet weet waar zij dergelijke spullen bewaart. Voorts blijkt uit de verklaring van de hoofdbewoner dat hij kleding, schoolboeken en poststukken uit 2010, ondergoed, sokken, make-up, verzorgingsspullen, een tandenborstel, twee paar schoenen en een privéfoto heeft getoond. Hiervan hebben de controleurs ook foto’s gemaakt. Daarnaast stelt appellante dat niet geconcludeerd kan worden dat er geen kleding van haar op het gba-adres aanwezig was omdat de maten van de kledingstukken niet zijn bekeken en niet is geverifieerd of appellante deze kleding zou passen. Verder stelt appellante dat er geen recente schoolboeken zijn aangetroffen, omdat de studieboeken uit 2010 de hele studie gebruikt dienden te worden, een groot deel van de studie bestond uit het lopen van stage en de benodigde boeken uit het leercentrum van de school konden worden geleend.
4. De Raad oordeelt als volgt.
4.1.1.In artikel 1.1, eerste lid, van de Wsf 2000 wordt onder thuiswonende studerende verstaan de studerende die niet een uitwonende studerende is, en wordt onder uitwonende studerende verstaan de studerende die voldoet aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 1.5.
4.1.2.Ingevolge artikel 1.5, eerste lid, van de Wsf 2000, zoals deze bepaling luidde ten tijde hier van belang, komt voor het normbedrag voor een uitwonende studerende in aanmerking de studerende die voldoet aan de volgende verplichtingen:
a. de studerende woont op het adres waaronder hij in de gba staat ingeschreven, en
b. het woonadres van de studerende is niet het adres waaronder zijn ouders of een van hen in de gba staat of staan ingeschreven.
4.1.3.Ingevolge artikel 9.9, tweede lid, van de Wsf 2000, voor zover hier van belang, vindt de herziening - volgens het opschrift bij ‘niet voldoen aan verplichtingen artikel 1.5 door studerende’ - plaats met ingang van de datum van de laatste adreswijziging van de studerende in de gba.
4.1.4.De vraag waar een studerende woont als bedoeld in artikel 1.5 van de Wsf 2000 moet worden beoordeeld aan de hand van concrete feiten en omstandigheden.