ECLI:NL:CRVB:2016:790
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- J.F. Bandringa
- P.W. van Straalen
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand en inkomensvoorziening wegens niet-gemelde inkomsten uit werkzaamheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en een inkomensvoorziening op grond van de Wet investeren in jongeren. Na een melding van werkzaamheden bij een uitzendbureau heeft de sociale recherche een onderzoek ingesteld, waaruit bleek dat de appellant inkomsten had genoten die hij niet had gemeld. Dit leidde tot de intrekking van zijn bijstand en de terugvordering van een bedrag van € 51.475,70. De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant ongegrond, maar de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak gedeeltelijk vernietigd. De Raad oordeelde dat de intrekking van de bijstand over de maanden juni en juli 2009 en maart, april en mei 2011 niet op de juiste gronden was gebaseerd. De Raad heeft het dagelijks bestuur opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen over de terugvordering en heeft de proceskosten van de appellant vergoed.