ECLI:NL:CRVB:2016:759
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. Simon
- L.L. van den IJssel
- Rechtspraak.nl
Herziening AOW-pensioen naar de norm voor gehuwden en de beoordeling van duurzaam gescheiden leven
In deze zaak gaat het om de herziening van het AOW-pensioen van appellanten naar de norm voor gehuwden. Appellanten, die sinds 1966 gehuwd zijn, ontvingen sinds respectievelijk december 2007 en oktober 2011 een ouderdomspensioen naar de norm van een ongehuwde. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft vastgesteld dat appellanten ten onrechte als duurzaam gescheiden levend zijn aangemerkt. Bij besluiten van 18 februari 2013 heeft de Svb het AOW-pensioen van appellanten herzien naar de norm van een gehuwde, wat door appellanten is bestreden. De rechtbank Gelderland heeft het beroep tegen deze besluiten ongegrond verklaard, waarna appellanten in hoger beroep zijn gegaan.
Appellanten voeren aan dat zij duurzaam gescheiden leven, omdat appellant in Italië woont en appellante in Nederland. Ze hebben ieder een eigen woning en er is geen financiële verstrengeling. De Svb heeft hen echter niet als duurzaam gescheiden levend aangemerkt, omdat er geen sprake is van een situatie waarin zij ieder afzonderlijk hun eigen leven leiden als waren zij niet met elkaar gehuwd. De Raad voor de Rechtspraak heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat de omstandigheden, zoals de zorg voor de vader van appellante, niet voldoende zijn om te concluderen dat er sprake is van duurzaam gescheiden leven.
De Raad concludeert dat de appellanten niet als duurzaam gescheiden levend kunnen worden aangemerkt, en dat er geen sprake is van verboden ongelijke behandeling. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is openbaar uitgesproken op 4 maart 2016.