ECLI:NL:CRVB:2016:755
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- C.H. Bangma
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van te veel ontvangen uitkering op basis van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de terugvordering van te veel ontvangen uitkeringen door twee appellanten, die tot 19 mei 2010 wethouder waren in de gemeente [X.]. De appellanten ontvingen een (wachtgeld)uitkering op basis van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa), maar er was ten onrechte geen pensioen- en invaliditeitspremie ingehouden op deze uitkering. De verweerder, het college van burgemeester en wethouders van [X.], had in besluiten van 21 mei 2012 meegedeeld dat deze premies niet waren ingehouden en dat de te veel ontvangen bedragen teruggevorderd moesten worden. De appellanten stelden dat zij niet redelijkerwijs konden begrijpen dat zij te veel waren uitbetaald en dat de verweerder niet bevoegd was om deze premies in te houden.
De Raad oordeelde dat de appellanten, ondanks hun stelling van onbekendheid met de regelgeving, geacht worden de wet te kennen. De verplichting tot inhouding van premie vloeit rechtstreeks voort uit de wet, en de gemaakte fout was geheel aan de verweerder toe te rekenen. Echter, de Raad benadrukte dat het niet doorslaggevend is door wiens schuld de fout is ontstaan, maar of de uitkeringsgerechtigde de fout redelijkerwijs had moeten onderkennen. De Raad concludeerde dat de appellanten in dit geval redelijkerwijs hadden moeten begrijpen dat zij te veel waren uitbetaald en dat de verweerder bevoegd was om over te gaan tot terugvordering van de te veel ontvangen uitkering. De beroepen van de appellanten werden ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.