ECLI:NL:CRVB:2016:7
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Geen terugwerkende kracht AIO-aanvulling; onbekendheid wet en bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft een appellante die ouderdomspensioen ontvangt op basis van de Algemene Ouderdomswet en een toeslag die eerder was toegekend. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) heeft de toeslag ingetrokken omdat de partner van appellante niet meer bij haar woonde. Appellante heeft vervolgens een aanvraag ingediend voor een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling), maar was het niet eens met de ingangsdatum van deze bijstand. De Svb heeft haar bezwaar tegen de ingangsdatum ongegrond verklaard, wat leidde tot de rechtszaak.
De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat volgens de Wet werk en bijstand (WWB) bijstand wordt toegekend vanaf de datum waarop het recht op bijstand is ontstaan, en dat er in beginsel geen recht op bijstand bestaat over een periode voorafgaand aan de aanvraagdatum. Appellante heeft aangevoerd dat er bijzondere omstandigheden waren die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigden, maar de Raad oordeelde dat onbekendheid met de wet geen reden is om bijstand met terugwerkende kracht toe te kennen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige aanvragen voor bijstand en de strikte toepassing van de regels omtrent de ingangsdatum van bijstandsverlening. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.