ECLI:NL:CRVB:2016:647
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een Wubo-aanvraag wegens gebrek aan relevante gebeurtenissen
In deze zaak heeft appellant, geboren in Pematang Siantar in 1946, een aanvraag ingediend bij de Pensioen- en Uitkeringsraad om erkend te worden als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). Appellant stelt dat zijn ouderlijk gezin na de Japanse capitulatie in Hotel Siantar verbleef, waar zijn vader door Indonesiërs is mishandeld. Daarnaast claimt hij de aanval van kapitein Westerling in januari 1950 te hebben meegemaakt. De aanvraag werd echter afgewezen omdat verweerder oordeelde dat appellant zelf geen gebeurtenissen heeft meegemaakt die onder de werking van de Wubo vallen. Dit besluit werd gehandhaafd na bezwaar, waarbij appellant aanvullende informatie aanleverde over zijn ervaringen in het Centraal Ziekenhuis en de bevrijding door Nederlandse militairen in 1947. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak op 25 februari 2016 geoordeeld dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat de gebeurtenissen die appellant beschrijft niet onder de Wubo vallen. De Raad concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat appellant betrokken is geweest bij relevante gebeurtenissen die hem als burger-oorlogsslachtoffer kunnen kwalificeren. Het beroep is ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.