ECLI:NL:CRVB:2016:645
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerder besluit inzake militair invaliditeitspensioen en de afwijzing daarvan
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, die een militair invaliditeitspensioen aanvroeg, had eerder al meerdere keren een verzoek ingediend dat door de Minister van Defensie was afgewezen. De Raad oordeelde dat het verzoek van de appellant van 12 maart 2009 een herhaling was van eerdere aanvragen, en dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigden. De rechtbank had in haar eerdere uitspraak terecht geoordeeld dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de conclusies van de minister goed gemotiveerd waren. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de appellant geen objectieve medische verklaringen had overgelegd die de afwijzing van zijn aanvraag konden onderbouwen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat de aangevallen uitspraak moest worden bevestigd. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.