ECLI:NL:CRVB:2016:588
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening aan dakloze op basis van onvolledige informatie over verblijfplaatsen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die zich had gemeld voor bijstandsverlening op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had aangegeven dakloos te zijn. Echter, tijdens een onderzoek door de Dienst Werk en Inkomen van de gemeente Amsterdam werd vastgesteld dat de appellant niet op de opgegeven adressen aanwezig was. De gemeente heeft de aanvraag om bijstand afgewezen, omdat de appellant onvolledige informatie had verstrekt over zijn woon- en leefsituatie. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat een aanvrager van bijstand de feiten en omstandigheden moet aannemelijk maken die nopen tot inwilliging van de aanvraag. Dit houdt in dat de aanvrager duidelijkheid moet verschaffen over zijn woon- en verblijfplaats. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan om zijn verblijfplaats correct op te geven, wat heeft geleid tot de conclusie dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep van de appellant afgewezen. Er zijn geen gronden voor een veroordeling in de proceskosten.