ECLI:NL:CRVB:2016:5137
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag algemene bijstand en bedrijfskapitaal Bbz 2004, levensvatbaarheid bedrijf, advies IMK
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, die bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand, had een aanvraag ingediend voor algemene bijstand en bedrijfskapitaal van € 25.000,- voor zijn eenmanszaak, gericht op de export van tweedehands massief houten meubelen naar Marokko. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Tilburg, omdat het college van mening was dat het bedrijf van appellant niet levensvatbaar was. Dit oordeel was gebaseerd op een advies van het Instituut voor Midden- en Kleinbedrijf (IMK), dat de levensvatbaarheid van het bedrijf had onderzocht.
De Raad heeft vastgesteld dat het college zich terecht op het advies van het IMK heeft gebaseerd. Het IMK concludeerde dat de onderneming niet levensvatbaar was, onder andere vanwege een gebrek aan concrete afspraken met potentiële afnemers en de risico's verbonden aan de kredietverstrekking. Appellant had geen medewerking verleend aan het onderzoek van het IMK, wat zijn positie verzwakte. De Raad oordeelde dat het college niet onzorgvuldig had gehandeld door het advies van het IMK te volgen, en dat er geen sprake was van een vertrouwensbeginsel, omdat er geen ondubbelzinnige toezeggingen waren gedaan door een bevoegde instantie.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter en verklaarde het hoger beroep van appellant ongegrond. De Raad concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag voor bijstand en bedrijfskapitaal terecht was, gezien de omstandigheden en de beschikbare informatie.