ECLI:NL:CRVB:2016:5076
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de vaststelling van arbeidsongeschiktheid en toekenning van WIA-uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin het Uwv heeft vastgesteld dat appellant niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. Appellant, die als magazijnmedewerker werkte, meldde zich ziek in 2007 en ontving verschillende uitkeringen op basis van de Wet WIA. Na een verslechtering van zijn gezondheid in 2013, heeft het Uwv zijn uitkering herzien. Appellant is van mening dat hij recht heeft op een IVA-uitkering, omdat hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zou zijn. De rechtbank oordeelde echter dat er voldoende aanwijzingen zijn dat appellant op termijn verbetering kan verwachten, en dat zijn situatie niet als duurzaam kan worden gekwalificeerd. De Centrale Raad van Beroep bevestigt dit oordeel en stelt dat de verzekeringsarts voldoende zorgvuldig heeft gehandeld. De Raad concludeert dat er geen reden is om de eerdere besluiten van het Uwv te herzien, en dat het hoger beroep van appellant niet slaagt.