ECLI:NL:CRVB:2016:5029
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen persoonsgebonden budget door Zorgkantoor na gebrek aan oriëntatie op zorgaanbod
In deze zaak hebben appellanten, beiden met een indicatie voor zorg op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), aanvragen ingediend voor een persoonsgebonden budget (pgb) om zorg in te kopen bij hun dochter. Het Zorgkantoor heeft deze aanvragen afgewezen, omdat appellanten niet hadden georiënteerd op het zorgaanbod van gecontracteerde zorgaanbieders. De rechtbank heeft de afwijzing van het Zorgkantoor bevestigd, waarbij werd overwogen dat appellanten niet medisch onderbouwd hadden dat alleen hun dochter passende zorg kon bieden. In hoger beroep hebben appellanten aangevoerd dat hun dochter telefonisch contact heeft opgenomen met het Zorgkantoor, maar dit werd niet onderbouwd. De Centrale Raad van Beroep heeft de eerdere uitspraken van de rechtbank bevestigd, oordelend dat appellanten niet voldaan hadden aan de verplichting om zich te oriënteren op het zorgaanbod. De Raad concludeert dat de afwijzing van de aanvragen terecht was, omdat appellanten niet konden aantonen dat zij zich voldoende hadden georiënteerd op de beschikbare zorg in natura.