ECLI:NL:CRVB:2016:4935
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.M.G. Hink
- J.T.H. Zimmerman
- J.H.M. van de Ven
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand na weigering medewerking aan huisbezoek
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan betrokkene door het college van burgemeester en wethouders van Almere. Betrokkene ontving bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) en werd verdacht van het niet naleven van de voorwaarden voor bijstandsverlening. Naar aanleiding van een tip dat er iemand bij betrokkene woonde, heeft de gemeente een onderzoek ingesteld. Dit leidde tot een huisbezoek op 22 augustus 2013, waarbij betrokkene niet meewerkte. De gemeente trok de bijstand in en vorderde eerder verstrekte bijstand terug. Betrokkene ging in beroep tegen deze besluiten, maar de rechtbank oordeelde dat de gemeente niet voldoende had aangetoond dat betrokkene niet had meegewerkt aan het huisbezoek. De rechtbank gaf de gemeente de kans om het gebrek in de besluitvorming te herstellen, maar dit werd niet naar behoren gedaan. In hoger beroep stelde de Centrale Raad van Beroep vast dat de gemeente voldoende bewijs had geleverd dat betrokkene niet had meegewerkt aan het huisbezoek. De Raad oordeelde dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand konden blijven, en vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank die de gemeente had opgedragen een nieuw besluit te nemen. De Raad concludeerde dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering terecht waren.