ECLI:NL:CRVB:2016:4793
Centrale Raad van Beroep
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot proceskostenveroordeling in hoger beroep inzake AIO-aanvulling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 14/6397 WWB. Het hoger beroep was ingesteld door appellanten, vertegenwoordigd door mr. D. Gürses, tegen de afwijzing van hun aanvraag om een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) door de Sociale verzekeringsbank (Svb). De aanvraag om AIO-aanvulling was op 11 februari 2013 ingediend, maar werd door de Svb afgewezen op 27 maart 2013. Tijdens een eerdere zitting op 5 februari 2015 werd overeengekomen dat, indien er overeenstemming zou zijn over de ingangsdatum van de AIO-aanvulling, appellanten alle procedures zouden intrekken.
De Raad oordeelde dat het toekennen van de AIO-aanvulling met ingang van 1 augustus 2014 niet kan worden beschouwd als een tegemoetkoming in de zin van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat de Svb niet verplicht was om de proceskosten van appellanten te vergoeden. De Raad wees het verzoek van appellanten om de Svb te veroordelen in de proceskosten af, omdat de intrekking van het hoger beroep verband hield met de gemaakte afspraken tijdens de zitting van de rechtbank en niet met het alsnog inwilligen van de aanvraag.
De uitspraak benadrukt het belang van de voorwaarden waaronder een proceskostenveroordeling kan plaatsvinden en verduidelijkt dat een tegemoetkoming in de vorm van een AIO-aanvulling niet automatisch leidt tot een veroordeling in de proceskosten.