Uitspraak
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de bevordering van een ambtenaar binnen de politie, die als generalist Gebiedsgebonden Politie (GGP) werkzaam was. De appellant, de korpschef van politie, had het verzoek van de betrokkene om bevordering afgewezen op basis van het vereiste van ten minste drie jaar werkervaring als generalist GGP. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de korpschef ten onrechte had gesteld dat deze eis ook voor de bevordering naar senior GGP gold, en dat er onvoldoende was gekeken naar de specifieke werkervaring van de betrokkene.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak de eerdere beslissing van de rechtbank vernietigd. De Raad oordeelde dat de korpschef binnen de grenzen van een redelijke beleidsbepaling is gebleven door de eis van drie jaar werkervaring te hanteren. De Raad verwees naar een eerdere uitspraak van 7 juli 2016, waarin was geoordeeld dat de mogelijkheid van verkorting van het vereiste aantal werkervaringsjaren bij excellent presteren niet was opgenomen voor de bevordering van generalist GGP naar senior GGP. Hierdoor kwam de aangevallen uitspraak van de rechtbank voor vernietiging in aanmerking, en werd het beroep van de appellant ongegrond verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van de beleidsregels binnen de politie en de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van werkervaring bij bevorderingen. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten, en de beslissing is openbaar uitgesproken op 8 december 2016.