ECLI:NL:CRVB:2016:4609
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens onvoldoende financiële informatie
In deze zaak heeft appellante op 11 maart 2014 bijstand aangevraagd op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft deze aanvraag op 8 mei 2014 afgewezen, omdat appellante niet beschikte over een geldige verblijfstitel. De rechtbank heeft deze afwijzing op 9 april 2015 vernietigd en het college opgedragen om opnieuw te beslissen. Na het verzoek om aanvullende informatie van het college heeft appellante enkele gegevens verstrekt, maar deze waren onvoldoende om haar financiële situatie duidelijk te maken. Het college heeft daarop op 4 juni 2015 het bezwaar tegen de afwijzing opnieuw ongegrond verklaard, omdat appellante niet alle gevraagde informatie had verstrekt.
De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak het beroep tegen het besluit van het college gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten. Appellante heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 22 november 2016 geoordeeld dat appellante niet voldoende inzicht heeft gegeven in haar financiële situatie. Ondanks dat zij haar vaste lasten heeft voldaan, heeft zij niet kunnen aantonen hoe zij dit heeft gefinancierd. De Raad heeft vastgesteld dat appellante de inlichtingenplicht heeft geschonden, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. Het hoger beroep is afgewezen en de aangevallen uitspraak is bevestigd.