Uitspraak
.
OVERWEGINGEN
.Dat appellanten langer hebben afgelost, vormt geen relevante wijziging van omstandigheden.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die hun verzoek om kwijtschelding van een openstaande vordering van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had afgewezen. Appellanten, die bijstand ontvingen op grond van de Algemene bijstandswet, hadden eerder een vordering van het college van € 62.838,77 teruggevorderd gekregen, omdat zij onjuiste informatie hadden verstrekt. Na verschillende verzoeken om kwijtschelding, die telkens werden afgewezen, hebben appellanten in hoger beroep gesteld dat er nieuwe omstandigheden waren die hun verzoek zouden rechtvaardigen. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat er sinds de eerste afwijzing relevante wijzigingen in hun omstandigheden hebben plaatsgevonden. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij werd gesteld dat de financiële situatie van appellanten geen relevante nieuwe omstandigheid vormde. De Raad heeft ook opgemerkt dat de appellanten niet zijn verschenen op de zitting en dat het college zich had laten vertegenwoordigen door een advocaat. De uitspraak is gedaan op 2 februari 2016.