ECLI:NL:CRVB:2016:4514
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift buiten de bezwaartermijn ontvangen; tijdige verzending niet aannemelijk gemaakt
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een bezwaarschrift dat door appellante, een persoon die in de Algemene Ouderdomswet (AOW) is betrokken, buiten de bezwaartermijn is ingediend. De Raad heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift, gedateerd op 30 juni 2015, pas op 3 juli 2015 door de Sociale verzekeringsbank (Svb) is ontvangen, wat na de wettelijke termijn van zes weken was. De rechtbank had eerder geoordeeld dat appellante niet had aangetoond dat het bezwaarschrift tijdig was verzonden, en de Raad heeft deze conclusie bevestigd. Appellante voerde aan dat zij het bezwaarschrift op 28 juni 2015 had verzonden, maar de Raad oordeelde dat de enkele stelling van verzending onvoldoende was om aan te nemen dat het bezwaarschrift tijdig was ingediend. De Raad concludeerde dat appellante niet in verzuim was geweest en dat er geen redenen waren om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. De Raad heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd en geen proceskostenveroordeling opgelegd.