ECLI:NL:CRVB:2016:4472
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens onvoldoende inzicht in financiële situatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellanten, die bijstand aanvroegen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), hebben zich op 14 januari 2014 gemeld en op 29 januari 2014 een aanvraag ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer heeft de aanvraag afgewezen op 23 mei 2014, omdat de verstrekte gegevens onvoldoende inzicht gaven in de financiële situatie van de appellanten. De rechtbank heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna de appellanten in hoger beroep gingen.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellanten niet voldaan hebben aan hun inlichtingenverplichting. Er waren onduidelijkheden over de herkomst van verschillende stortingen op hun bankrekening en de contante huurbetalingen. De appellanten hebben wisselende verklaringen afgelegd over de financiële middelen en de herkomst van de ontvangen bedragen van een broer. De Raad concludeert dat de appellanten onvoldoende bewijs hebben geleverd om hun recht op bijstand vast te stellen, wat leidt tot de bevestiging van de eerdere uitspraak van de rechtbank.
De Raad heeft ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen grond was voor toewijzing. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en bewijsvoering bij aanvragen voor bijstand.