ECLI:NL:CRVB:2016:446
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- E. Dijt
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking loonaanvullingsuitkering en beoordeling belastbaarheid appellante
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de intrekking van haar loonaanvullingsuitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellante, die eerder als aankomend filiaalmanager werkte, is sinds 2007 arbeidsongeschikt door psychische klachten. In 2009 ontving zij een loongerelateerde WGA-uitkering, die in 2010 werd omgezet naar een loonaanvullingsuitkering. In 2014 trok het Uwv deze uitkering in, omdat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Appellante maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar het Uwv handhaafde het besluit na een herbeoordeling door een verzekeringsarts en arbeidsdeskundige. De rechtbank Den Haag verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarna zij in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep beoordeelt of het Uwv voldoende onderzoek heeft gedaan naar de belastbaarheid van appellante. De Raad concludeert dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep de relevante medische informatie, waaronder rapporten van psychiater Van der Wurff en internist dr. J. Vernooij, adequaat heeft gewogen. De Raad oordeelt dat er geen aanknopingspunten zijn voor de stelling van appellante dat haar beperkingen zijn onderschat. De FML van 7 mei 2014 wordt als juist beschouwd, en de Raad ziet geen reden om een deskundige te benoemen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, waarbij het hoger beroep van appellante wordt afgewezen.