ECLI:NL:CRVB:2016:4443
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van AIO-uitkering wegens verzwegen vermogen in Marokko
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) door de Sociale verzekeringsbank (Svb) op basis van verzwegen vermogen in Marokko. Appellant ontving sinds 1 juli 2009 een ouderdomspensioen en een AIO-aanvulling. Na een onderzoek naar het vermogen van AIO-gerechtigden met kinderen in het buitenland, kwam naar voren dat appellant onroerend goed in Marokko bezat ter waarde van € 40.725,-. De Svb heeft daarop de AIO-aanvulling per 1 juli 2009 ingetrokken en een bedrag van € 9.336,80 teruggevorderd. Appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar de Svb verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank Rotterdam heeft het beroep tegen het bestreden besluit eveneens ongegrond verklaard.
In hoger beroep hebben appellanten aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het onderzoek van de Svb niet in strijd is met het internationale discriminatieverbod. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb niet aannemelijk heeft gemaakt dat appellant volledig eigenaar is van de woning in Marokko, maar dat hij wel mede-eigenaar kan zijn. De Raad concludeert dat de Svb een nader onderzoek moet instellen naar het aandeel van appellant in de woning, en dat de intrekking van de AIO-aanvulling niet kan worden gehandhaafd zonder dit onderzoek. De Svb wordt opgedragen om binnen acht weken het gebrek in het besluit te herstellen.