ECLI:NL:CRVB:2016:4414
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- A. Stehouwer
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van bijstandsaanvraag voor bedrijfskapitaal op basis van levensvatbaarheidseisen
In deze zaak heeft appellante, een ondernemer met een winkel in Utrecht, hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag voor bedrijfskapitaal op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). De aanvraag werd afgewezen op basis van een advies van Friedeberg Consultancy BV (FCBV), dat concludeerde dat het bedrijf van appellante niet levensvatbaar was. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de aanvraag van appellante en de daaropvolgende adviezen van FCBV.
De Raad heeft vastgesteld dat de beoordeling van de levensvatbaarheid van het bedrijf van appellante moet plaatsvinden op het moment van de aanvraag en dat ontwikkelingen na de aanvraag niet in aanmerking kunnen worden genomen. De Raad heeft ook benadrukt dat een bijstandverlenend orgaan zich mag baseren op adviezen van deskundige instanties, mits deze adviezen zorgvuldig zijn opgesteld en goed gemotiveerd zijn.
In dit geval heeft de Raad geoordeeld dat het college zich terecht op het advies van FCBV heeft gebaseerd en dat de argumenten van appellante niet voldoende waren om te concluderen dat het advies niet deugdelijk was. De Raad heeft het hoger beroep van appellante afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd, waarbij de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand zijn gelaten.