ECLI:NL:CRVB:2016:4347
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanvraag bijstandsverlening op grond van de Participatiewet en de vereiste bankgegevens
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, die op 9 december 2015 het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Helmond ongegrond heeft verklaard. Appellante had op 9 februari 2015 een aanvraag om bijstand ingediend op grond van de Participatiewet. Het college heeft de aanvraag buiten behandeling gelaten omdat appellante niet alle gevraagde bankafschriften had ingeleverd. Appellante heeft betoogd dat zij niet op de hoogte was van de aangetekende brief waarin het college haar verzocht om aanvullende gegevens en dat zij alle beschikbare stukken heeft ingeleverd. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de brief van het college aangetekend is verzonden en dat appellante niet heeft aangetoond dat zij deze niet heeft ontvangen. De Raad oordeelt dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te laten, omdat appellante niet alle benodigde gegevens heeft verstrekt. Het hoger beroep van appellante is dan ook afgewezen en de uitspraak van de rechtbank is bevestigd.