ECLI:NL:CRVB:2016:427
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake arbeidsongeschiktheid en vertrekregeling gemeente Nijmegen
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen (verzoeker) een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend bij de Centrale Raad van Beroep. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin het beroep van betrokkene, een ambtenaar van de gemeente Nijmegen, gegrond werd verklaard. Betrokkene had zich ziek gemeld met burn-outklachten en was in onderhandeling gegaan over een vertrekregeling. Na een aantal ontwikkelingen, waaronder een verzoek van betrokkene om compensatie voor pensioenverlies, heeft de rechtbank de gemeente opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Verzoeker heeft echter geen gebruik gemaakt van deze gelegenheid en heeft in plaats daarvan een besluit genomen dat betrokkene in aanmerking bracht voor een vertrekarrangement, maar dit arrangement bleek financieel minder gunstig te zijn dan de eerder overeengekomen vaststellingsovereenkomst.
De voorzieningenrechter heeft op 1 februari 2016 geoordeeld dat er geen sprake was van onverwijlde spoed om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de onduidelijkheid over de uitvoering van de aangevallen uitspraak geen spoedeisend belang opleverde voor verzoeker. Bovendien was er geen geschil meer over de tewerkstelling of re-integratie van betrokkene, en was betrokkene bereid om eventuele onterecht ontvangen bedragen terug te betalen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.