ECLI:NL:CRVB:2016:4244
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning en overgang naar de LFNP-functie in het ambtenarenrecht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin de appellante, een ambtenaar bij de politie, in beroep was gegaan tegen een besluit van de korpschef over haar functieovergang naar het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP). De Centrale Raad van Beroep heeft op 3 november 2016 uitspraak gedaan. De appellante was eerder aangesteld bij de voormalige politieregio Rotterdam-Rijnmond en had bezwaar gemaakt tegen de toekenning van haar LFNP-functie. De korpschef had haar functie gematcht met een LFNP-functie, maar appellante betwistte dat deze matching correct was uitgevoerd. De Raad oordeelde dat de korpschef in beginsel mocht vertrouwen op de transponeringstabel en dat het aan de appellante was om aan te tonen dat de matching niet overeenkomstig de Regeling was geschied. De Raad concludeerde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat de matching onhoudbaar was en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de keuze van de korpschef voor de LFNP-functie van appellante in overeenstemming was met de geldende regelgeving en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.