ECLI:NL:CRVB:2016:4202
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen weigering ontheffing arbeidsverplichtingen op basis van de Wet werk en bijstand
Op 1 november 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft een appellant die bijstand ontvangt op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) en die ontheffing van zijn arbeidsverplichtingen heeft aangevraagd. Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer heeft deze ontheffing geweigerd, na een medisch onderzoek door een GGD-arts. Deze arts concludeerde dat de appellant volledig arbeidsgeschikt was, maar met beperkingen, waaronder een verminderde longcapaciteit en psychische klachten zoals vergeetachtigheid.
De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen de weigering van het college ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de appellant aangevoerd dat het onderzoek van de GGD-arts onzorgvuldig was, omdat er geen aandacht was besteed aan zijn psychische klachten en er geen informatie was opgevraagd bij zijn behandelende artsen. De Raad heeft echter vastgesteld dat de GGD-arts wel degelijk informatie heeft opgevraagd bij de huisarts en dat de appellant zelf ook geen objectieve medische gegevens heeft overgelegd die zijn stelling onderbouwen dat zijn klachten zijn onderschat.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de beroepsgronden van de appellant niet slagen en heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien het hoger beroep niet succesvol was. De uitspraak is openbaar gedaan op 1 november 2016.