Uitspraak
25 november 2015, 15/3877 en 15/4027 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag. De appellanten, voormalig medewerkers van de Binnenlandse Veiligheidsdienst, hadden bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van hun verzoeken om individuele oud-nieuw berekeningen met betrekking tot hun Functioneel Leeftijdsontslag (FLO)-garantie. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties had deze verzoeken afgewezen, stellende dat de brieven van 19 november en 22 december 2014 geen besluiten waren in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank had de beroepen van de appellanten ongegrond verklaard, wat door de Raad werd bevestigd. De Raad oordeelde dat de weigering van de minister om de gevraagde berekeningen te verstrekken niet gericht was op rechtsgevolg en dat de rechtspositie van de appellanten hierdoor niet werd gewijzigd. De Raad concludeerde dat de minister de bezwaren van appellanten terecht niet-ontvankelijk had verklaard, en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.