ECLI:NL:CRVB:2016:4123
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- P.W.J. Hospel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake militair invaliditeitspensioen en dienstverband
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 31 maart 2014, waarin het beroep tegen het besluit van de Minister van Defensie ongegrond werd verklaard. Appellant, geboren in 1952, had een militair invaliditeitspensioen ontvangen dat was vastgesteld op een invaliditeitspercentage van 30%. Hij verzocht om een herziening van dit pensioen, omdat hij van mening was dat zijn aandoeningen in ernst waren toegenomen. De minister had zijn verzoek afgewezen, wat leidde tot het indienen van bezwaar en uiteindelijk hoger beroep.
Tijdens de procedure heeft de Raad voor de Rechtspraak een deskundige benoemd, dr. J.B.A. van Mourik, die op 24 september 2015 een rapport uitbracht. Dit rapport leidde tot een herbeoordeling door de minister, die op 10 mei 2016 besloot dat de mate van invaliditeit moest worden vastgesteld op 80%. De Raad oordeelde dat het eerdere besluit van de minister niet juist was en dat het hoger beroep van appellant slaagde. De aangevallen uitspraak werd vernietigd en het beroep tegen het bestreden besluit werd gegrond verklaard.
De Raad heeft de minister veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 3.039,89 bedroegen. De uitspraak werd openbaar gedaan op 27 oktober 2016, waarbij de griffier P.W.J. Hospel aanwezig was. De Raad heeft bepaald dat de minister het griffierecht van € 44,- aan appellant dient te vergoeden.