ECLI:NL:CRVB:2016:4122
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de afwijzing van financiële hulp bij de aankoop van een auto voor een militair invaliditeitspensioen ontvanger
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, geboren in 1952 en ontvanger van een militair invaliditeitspensioen vanwege rugletsel, had in november 2013 verzocht om financiële hulp bij de aankoop van een auto. Dit verzoek werd door de Minister van Defensie afgewezen op 7 februari 2014, omdat er geen medische indicatie aanwezig was voor deze hulp. Het bezwaar tegen deze afwijzing werd op 1 mei 2014 ongegrond verklaard.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep echter geoordeeld dat het bestreden besluit niet juist was. De Raad heeft het hoger beroep gegrond verklaard en de aangevallen uitspraak vernietigd. De Raad heeft vastgesteld dat de minister op 17 mei 2016 een nader besluit heeft genomen, waarbij de appellant alsnog in aanmerking werd gebracht voor financiële tegemoetkoming bij de aanschaf van een auto, alsook voor maandelijkse tegemoetkomingen voor het gebruik en onderhoud van de auto.
De Raad heeft de minister veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die in beroep en hoger beroep redelijkerwijs zijn gemaakt. De kosten voor reizen en verblijf zijn vastgesteld, en de minister is verplicht het betaalde griffierecht te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de betrokken rechters.