ECLI:NL:CRVB:2016:409
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de herziening van studiefinanciering en de oplegging van een boete door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de besluiten van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, waarbij zijn studiefinanciering is herzien en een boete is opgelegd. De minister heeft op 15 juni 2013 besloten de studiefinanciering van appellant te herzien naar de norm voor een thuiswonende studerende, omdat appellant niet op het opgegeven adres woonde. Tevens is er een boete van € 868,58 opgelegd. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar de minister verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het niet tijdig was ingediend. De rechtbank Overijssel heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard.
Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is, omdat hij door een ruzie met zijn broer het adres heeft verlaten en geen post heeft ontvangen. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat appellant op de hoogte had moeten zijn van de besluiten, aangezien hij ervoor had gekozen om berichten digitaal te ontvangen via 'Mijn DUO'. De Raad heeft vastgesteld dat het besluit van 15 juni 2013 op de juiste wijze bekend is gemaakt en dat appellant niet tijdig bezwaar heeft gemaakt. De stelling van appellant dat hij door de ruzie met zijn broer het besluit van 18 juli 2013 pas eind 2013 heeft ontvangen, werd als ongeloofwaardig beschouwd. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.