ECLI:NL:CRVB:2016:406
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verantwoording van een persoonsgebonden budget door het Zorgkantoor
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De zaak betreft de verantwoording van een persoonsgebonden budget (pgb) dat aan appellante was verleend door het Zorgkantoor Menzis. Appellante had in 2011 een pgb van € 31.962,26 ontvangen, maar het Zorgkantoor stelde later vast dat zij niet aan haar verantwoordingsplicht had voldaan. Het Zorgkantoor vorderde een bedrag van € 4.632,87 terug, wat appellante betwistte. De rechtbank had het beroep van appellante gegrond verklaard, maar het Zorgkantoor had in hoger beroep de beslissing van de rechtbank aangevochten. De Raad oordeelde dat appellante niet aan de verplichtingen uit artikel 2.6.9 van de Regeling subsidies AWBZ (Rsa) had voldaan, en dat het Zorgkantoor bevoegd was om het pgb lager vast te stellen en het onverschuldigd betaalde bedrag terug te vorderen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het Zorgkantoor in zijn recht stond om de terugvordering te effectueren. De Raad benadrukte dat de verantwoording van de besteding van het pgb de eigen verantwoordelijkheid van de verzekerde is, en dat appellante niet had aangetoond dat de zorg daadwerkelijk was verleend en betaald.