ECLI:NL:CRVB:2016:4003
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- M. ter Brugge
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens exploitatie hennepkwekerij
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 oktober 2016 een tussenuitspraak gedaan in hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellante ontving sinds 29 april 2013 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). In december 2014 werd in haar huurwoning een hennepstekkenkwekerij ontdekt, wat leidde tot de intrekking van haar bijstandsuitkering en een terugvordering van € 9.744,33 door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Daarnaast werd er een bestuurlijke boete van € 7.686,85 opgelegd omdat appellante geen melding had gemaakt van de exploitatie van de hennepstekkenkwekerij.
De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit van het college ongegrond, maar vernietigde de hoogte van de boete en stelde deze vast op € 7.000,-. Appellante ging in hoger beroep tegen deze uitspraak. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het college niet voldoende inzichtelijk had gemaakt hoe de periode van exploitatie van de hennepstekkenkwekerij was vastgesteld. De Raad concludeerde dat het bestreden besluit niet deugdelijk was gemotiveerd en droeg het college op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij het gebrek in de motivering hersteld moest worden. De verdere beslissingen, inclusief die over de boete, werden aangehouden.