Uitspraak
OVERWEGINGEN
“A indien een generalist aan alle criteria voldoet en een positief oordeel heeft over de verwachte geschiktheid voor senior GGP in de relevante beoordeling dan is aan alle eisen voldaan en kan betrokkene worden bevorderd;
B indien een generalist aan alle criteria voldoet maar geen oordeel heeft over de verwachte geschiktheid voor senior GGP in de relevante beoordeling dan mag betrokkene door middel van een assessment die verwachte geschiktheid aantonen en
C indien een generalist, naar aanleiding van een vraag van de Eenheidsleiding, een negatief oordeel kreeg van zijn leidinggevende over de verwachte geschiktheid voor senior GGP dan mag betrokkene alsnog door middel van een assessment die verwachte geschiktheid aantonen. Partijen beogen daarmee te bewerkstelligen dat mogelijke ongelijkheid bij die eerdere negatieve oordelen, te niet wordt gedaan.”
Bij de hiervoor vermelde uitspraak van 2 juli 2015 heeft de rechtbank, met beslissingen over de vergoeding van proceskosten en griffierecht, het beroep tegen het besluit op bezwaar van 10 december 2014 gegrond verklaard en dit besluit vernietigd. Overwogen is dat de circulaire volstrekt duidelijk is over door wie en op welke wijze de verwachte geschiktheid voor de functie senior GGP dient te worden vastgesteld. De circulaire laat de regiokorpsen geen ruimte voor een nadere invulling. De korpschef is naar het oordeel van de rechtbank daarom niet bevoegd om, in plaats van een beoordeling en advies van de leidinggevende, een assessment als eis voor bevordering naar de functie senior GGP te stellen.
De Raad komt tot de volgende beoordeling.
“[A] (betrokkene, toevoeging Raad) heeft afgelopen jaren gefunctioneerd op het niveau generalist op de WRT/CUBT. Dit heeft zij, ondanks beperkte momenten van inzet (door privé), op een voldoende wijze uitgevoerd. Zoals ook vastgelegd in haar beoordelingen afgelopen jaren was haar functioneren niet bovengemiddeld om haar een positief advies te kunnen geven voor doorstroom naar de functie van Senior GGP. Op dit moment ontbeert zij in mijn opinie de coördinerende kwaliteiten/overzicht en een stuk stevigheid/overtuigingskracht in haar optreden/handelen richting o.a. collega’s om voor deze functie in aanmerking te komen.”
BESLISSING
- draagt de korpschef op een nieuwe beslissing op het bezwaar te nemen met inachtneming