ECLI:NL:CRVB:2016:3837
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- K.J. Kraan
- H. Lagas
- Rechtspraak.nl
Plichtsverzuim van politieagent bij inzet in ander wijkteam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, waarin de appellant, een politieagent, werd verweten plichtsverzuim te hebben gepleegd. De appellant was sinds 1976 in dienst van de politie en had de opdracht gegeven om een politieauto in te zetten in Uithoorn, waar een collega van hem, mevrouw L, een huurovereenkomst met een Pools gezin had beëindigd. De korpschef had de appellant verweten dat hij de inzet van de politie niet goed had gecoördineerd en dat hij niet had ingegrepen toen hij merkte dat de agenten in de woning waren zonder dat er sprake was van een openbare orde probleem. De korpschef legde een disciplinaire straf op, die de appellant aanvechtte.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat het gebruik van een politieauto in het werkgebied van een ander wijkteam ongebruikelijk was. De Raad concludeerde dat de appellant had moeten ingrijpen en de agenten had moeten terugroepen, wat hij niet deed. Dit werd gekwalificeerd als plichtsverzuim. De opgelegde straf werd niet onevenredig geacht in verhouding tot de ernst van het plichtsverzuim. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep van de appellant af.