Uitspraak
OVERWEGINGEN
1 september 2011 studeert hij in [plaats] aan de [school] .
32-uurscriterium voldoet en dat ook uit de individuele omstandigheden niet voortvloeit dat er sprake is van reële en daadwerkelijke arbeid.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van de aanvraag voor studiefinanciering door een appellant met Bulgaarse nationaliteit. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de appellant niet voldeed aan het 32-uurscriterium, wat vereist is voor het verkrijgen van studiefinanciering. De Raad bevestigde deze uitspraak, met enige verbetering van de gronden. De appellant, geboren in 1982, had sinds 2011 in Nederland gestudeerd en had een eenmanszaak ingeschreven, maar de inkomsten en gewerkte uren waren onvoldoende om aan de criteria te voldoen. De Raad oordeelde dat de appellant in de jaren 2012 en 2013 niet aan de voorwaarden voor studiefinanciering voldeed, omdat hij niet aantoonde dat hij meer dan 32 uur per maand werkte. De Raad concludeerde dat de economische activiteiten van de appellant als marginaal moesten worden beschouwd, en dat hij daarom geen recht had op studiefinanciering. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.