ECLI:NL:CRVB:2016:374
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onterecht geweigerde Wajong-uitkering en de beoordeling van ingezetenschap
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een Wajong-uitkering aan appellante. Appellante, geboren in 1969, had in juni 2012 een aanvraag ingediend voor ondersteuning op grond van de Wet Wajong. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde deze aanvraag, stellende dat appellante op haar 17e verjaardag niet in Nederland woonde. De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellante tegen deze weigering ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad.
De Raad heeft de feiten en omstandigheden rondom het ingezetenschap van appellante beoordeeld. Appellante had in de periode van maart 1977 tot 13 november 1986 in Nederland gewoond, maar was tijdelijk uitgeschreven. De Raad concludeerde dat appellante op haar 17e verjaardag nog steeds als ingezetene van Nederland kon worden beschouwd, ondanks de tijdelijke uitschrijving. De Raad oordeelde dat het bestreden besluit van het Uwv niet kon standhouden en dat appellante recht had op de Wajong-uitkering. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het Uwv werd opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, rekening houdend met de overwegingen van de Raad. Tevens werd het Uwv veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van appellante, die in totaal € 1.488,- bedroegen.