Uitspraak
OVERWEGINGEN
22 november 2013 ten grondslag gelegd.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, die in 2010 als koerier werkte, heeft zich in 2012 ziekgemeld na een voetblessure en psychische klachten. Na een periode van herstel werd hij per 7 oktober 2013 hersteld verklaard, wat leidde tot de beëindiging van zijn Ziektewet-uitkering. De appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar de rechtbank heeft het bezwaar ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft de appellant betwist dat zijn psychische klachten en de daaruit voortvloeiende beperkingen voldoende zijn meegewogen. Hij stelde dat de eisen van zijn werk als chauffeur/loodsmedewerker niet goed zijn ingeschat. Het Uwv heeft in verweer gesteld dat de beoordeling van de verzekeringsartsen zorgvuldig is geweest en dat er geen aanleiding is om van dit standpunt af te wijken.
De Raad heeft geoordeeld dat de combinatie van de functies koerier en chauffeur/loodsmedewerker als maatstaf voor de arbeid dient te gelden. De Raad heeft vastgesteld dat de verzekeringsartsen voldoende onderzoek hebben gedaan en dat de appellant, ondanks zijn psychische klachten, in staat wordt geacht zijn werkzaamheden te verrichten. De aangevallen uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.