ECLI:NL:CRVB:2016:3681
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake functieomzetting binnen de politie en de toepassing van de matching-regeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de korpschef van politie met betrekking tot de functieomzetting naar het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP). Appellant, werkzaam als Onderzoeker, was het niet eens met de toekenning van de LFNP-functie Gespecialiseerd Medewerker B, die hij als onjuist beschouwde. Hij stelde dat zijn functie had moeten worden gematcht in het domein Uitvoering, specifiek als Operationeel Specialist A, omdat hij werkzaamheden verrichtte voor de AIVD die direct bijdroegen aan operationele politietaken. De korpschef daarentegen betoogde dat de werkzaamheden van appellant geen operationele politietaak betroffen en dat de matching correct was uitgevoerd volgens de geldende regelgeving.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de korpschef in redelijkheid tot zijn besluit kon komen. De Raad oordeelde dat de werkzaamheden van appellant, hoewel belangrijk voor de integriteit van de politieorganisatie, niet direct bijdroegen aan operationele politietaken. De Raad bevestigde dat de functie van Onderzoeker een ondersteunend karakter heeft en dat de matching overeenkomstig de Regeling is geschied. De hardheidsclausule die appellant inriep, werd eveneens verworpen, omdat de door hem aangevoerde omstandigheden niet leidden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Uiteindelijk bevestigde de Centrale Raad van Beroep de aangevallen uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin het beroep van appellant ongegrond was verklaard. De uitspraak werd gedaan op 6 oktober 2016.