Uitspraak
13 augustus 2014, 14/1556 en 14/1557 (aangevallen uitspraak)
mr. A.P. van den Berg.
OVERWEGINGEN
18 oktober 2013 ongegrond verklaard.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. De appellante is door de Sociale verzekeringsbank (Svb) 100% schuldig nalatig verklaard over de jaren 2002, 2004, 2005 en 2007, omdat zij niet heeft aangetoond dat de openstaande schuld aan de Belastingdienst niet aan haar is toe te rekenen. De Svb had in januari 2013 van de Belastingdienst vernomen dat appellante aanzienlijke bedragen aan achterstallige inkomstenbelasting en/of premie volksverzekeringen verschuldigd was. Ondanks verzoeken om informatie heeft appellante niet kunnen bewijzen dat zij niet schuldig nalatig was. De rechtbank heeft de beroepen tegen de besluiten van de Svb ongegrond verklaard, en in hoger beroep heeft appellante enkel de schuldig nalatig verklaring over het jaar 2007 betwist. De Raad heeft vastgesteld dat de aanslag ambtshalve is vastgesteld en dat appellante geen bewijs heeft geleverd dat de aanslag is verminderd. De Centrale Raad van Beroep heeft de eerdere uitspraak bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.