Uitspraak
12 februari 2015, 14/2502 (aangevallen uitspraak)
drs. M. van Scheepen van 4 juli, 11 juli en 30 augustus 2015. Het Uwv heeft hierop gereageerd onder overlegging van rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van
17 augustus en 9 september 2015.
mr. M.M.J.E. Budel.
OVERWEGINGEN
11 september 2013 heeft appellant een aanvraag op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) ingediend.
10 oktober 2013 voor onjuist te houden. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft vervolgens, na een enigszins aangepaste functieduiding, het verlies aan verdiencapaciteit berekend op 11,71%.
21 augustus 2014 ingebrachte uitdraai uit het medisch journaal van de huisarts over de periode 2007-2013 bevat geen nieuwe medische informatie. Appellants stelling dat een urenbeperking aangenomen dient te worden is door de verzekeringsartsen op overtuigende wijze weerlegd. De rechtbank heeft ook de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit onderschreven.
30 augustus 2015. Volgens appellant blijkt hieruit dat hij is aangewezen op werk zonder veelvuldige deadlines en productiepieken en zonder verhoogd persoonlijk risico. Ten onrechte zijn hiervoor bij de items 1.9.7 en 1.9.9 in de FML geen beperkingen opgenomen. Verder had in verband met een moeilijk instelbare diabetes mellitus bij item 6.1 een beperking opgenomen moeten worden voor het werken in de avond en nacht en had in verband met de energetische klachten van appellant enige urenbeperking aangenomen moeten worden.
Van Scheepen wordt het volgende overwogen. In zijn rapport van 4 juli 2015 komt Van Scheepen tot de conclusie dat bij appellant zeker sprake is van een chronisch pijnsyndroom, maar dat een nader onderzoek door een specialist niet gewenst is. Volgens Van Scheepen is de FML geheel adequaat opgesteld en zijn er zowel op mentaal als op fysiek vlak geen rubrieken waarbij de weergaven van beperkingen te gering zijn gescoord. Naar aanleiding van vragen van de gemachtigde, onder andere of er in verband met de diagnose chronisch pijnsyndroom beperkingen in de FML zouden moeten worden opgenomen, stelt Van Scheepen in zijn rapport van 11 juli 2015 dat bij nader inzien toch beperkingen hadden moeten worden aangenomen op de items 1.9.7 en 1.9.9, en in de rubriek 6 voor avond- en nachtdiensten en werktijden. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft op beide rapporten van Van Scheepen gereageerd in zijn rapport van 17 augustus 2015. Van Scheepen heeft in het rapport van 30 augustus 2015 op het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 17 augustus 2015 gereageerd.
10/15 oktober 2013 de klachten van appellant benoemd heeft als pijnsyndroom en deze klachten heeft meegewogen bij het vaststellen van de beperkingen.
30 augustus 2015 laten weten dat hij het op dit punt eens is met de verzekeringsarts bezwaar en beroep en dat op item 1.9.7 geen beperking gescoord hoeft te worden. Het standpunt van appellant dat hij, ondanks het rapport van zijn eigen deskundige toch beperkt moet worden geacht op dit item, wordt niet gevolgd.