Uitspraak
OVERWEGINGEN
7 april 2014 van een sociaal psychiatrisch verpleegkundige en een psychiater van de GGZ, waarin de diagnose angststoornis NAO wordt gesteld, heeft de rechtbank overwogen dat uit die brief niet blijkt dat appellant zijn werk van taxichauffeur op 3 maart 2014 niet zou kunnen verrichten. Met de brief is niet onderbouwd dat appellant op de datum in geding niet kon omgaan met conflicten of klachten, niet corrigerend kon optreden en geen eindverantwoordelijkheid kon dragen. Wat appellant heeft aangevoerd biedt geen aanknopingspunten om te twijfelen aan de juistheid van de rapporten van de verzekeringsarts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De rechtbank heeft dan ook geen aanleiding gezien voor het oordeel dat het Uwv zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat appellant op de datum in geding werkzaamheden als taxichauffeur in het gehandicaptenvervoer in algemene zin, kon verrichten.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van wettelijke rente af.