ECLI:NL:CRVB:2016:348
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- C.H. Bangma
- M.T. Boerlage
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gelijkheidsbeginsel en opleidingseisen voor benoeming in groepsfunctie F
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 januari 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die zich beroept op het gelijkheidsbeginsel. De appellant, werkzaam bij een werkgever in de groepsfunctie E, was per 1 juli 2013 geplaatst in de groepsfunctie F, maar moest hiervoor een HBO-opleiding in de fiscaal-economische richting volgen. De appellant stelde dat hij, net als zijn collega's K en V, zonder afgeronde HBO-opleiding benoemd en ingeschaald diende te worden in groepsfunctie F. De Raad oordeelde dat de bijzondere omstandigheden die voor K en V aanleiding gaven om van de opleidingseis af te wijken, niet van toepassing waren op de appellant. De Raad concludeerde dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet kon slagen, omdat de appellant niet kon aantonen dat zijn situatie vergelijkbaar was met die van K en V. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die het beroep van de appellant op strijd met het gelijkheidsbeginsel had verworpen. De Raad oordeelde verder dat de door de appellant geschetste gevolgen van de opleidingseis niet onevenredig waren in verhouding tot de doelen van de beleidsregel, die gericht zijn op het beoordelen van de geschiktheid van kandidaten voor benoeming en inschaling in groepsfunctie F. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, en de proceskosten werden niet toegewezen.