Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
’s-Gravenhage) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen inzake het begrip verzekerde.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die in Marokko woont, had kinderbijslag aangevraagd op basis van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had echter vastgesteld dat de appellant niet verzekerd was voor de volksverzekeringen en daarom geen recht had op kinderbijslag. Dit besluit werd in een eerdere fase van de procedure, op 8 januari 2015, door de Svb bevestigd. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van de appellant ongegrond, waarna de appellant in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 5 augustus 2016 was de appellant niet aanwezig, maar de Svb werd vertegenwoordigd door mr. A. van der Weerd. De appellant voerde aan dat hij kinderen heeft voor wie hij alle kosten draagt en dat hij een AOW-pensioen uit Nederland ontvangt. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de appellant niet verzekerd is voor de AKW, ook niet op basis van overgangsbepalingen zoals neergelegd in artikel 7c van de AKW. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak werd gedaan door M.M. van der Kade, met R.I. Troelstra als griffier. Tegen deze uitspraak staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden binnen zes weken na verzending.