ECLI:NL:CRVB:2016:3459
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake overlijdensuitkering
Op 16 september 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 10 april 2015, waarin het beroep van verzoekster tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) werd afgewezen. Verzoekster, woonachtig in Marokko, had verzocht om herziening van de uitspraak waarin haar recht op een overlijdensuitkering werd ontzegd. De Svb had in 2012 geweigerd om een overlijdensuitkering toe te kennen in verband met het overlijden van verzoeksters moeder.
In het verzoek om herziening stelde verzoekster dat er nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herbeoordeling van haar recht op de overlijdensuitkering rechtvaardigden. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat verzoekster geen nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid had aangedragen die aan de voorwaarden van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht voldeed. Dit artikel stelt dat een onherroepelijke uitspraak kan worden herzien op basis van feiten die vóór de uitspraak plaatsvonden, maar die niet bekend waren bij de indiener van het verzoek.
De Raad benadrukte dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak of de juistheid van de eerdere uitspraak. Aangezien verzoekster niet in staat was om nieuwe relevante informatie te presenteren, werd haar verzoek om herziening afgewezen. De uitspraak werd gedaan door M.M. van der Kade, met R.I. Troelstra als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.