ECLI:NL:CRVB:2016:3370
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Opleggen van arbeidsverplichtingen in het kader van mantelzorg en de afwijzing van ontheffing op basis van alternatieve zorgvoorzieningen
In deze zaak gaat het om de vraag of appellant, die mantelzorg verleent aan zijn moeder, ontheffing kan krijgen van de arbeidsverplichtingen die voortvloeien uit de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant heeft op 23 september 2013 bijstand aangevraagd en aangegeven dat hij door zijn medische klachten, waaronder slijtage van de rug- en nekwervels en een nekhernia, niet volledig beschikbaar is voor arbeid. Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer heeft appellant bij besluit van 14 november 2013 bijstand verleend, maar hem ook arbeidsverplichtingen opgelegd. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze verplichtingen, maar het college heeft dit bezwaar ongegrond verklaard.
De rechtbank Den Haag heeft in een tussenuitspraak geoordeeld dat het college op goede gronden mocht afgaan op het advies van het Uwv, maar dat het college ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de mantelzorgtaken van appellant. De rechtbank heeft het college in de gelegenheid gesteld om dit gebrek te herstellen. Na een aanvullend onderzoek door een arts van ProCompany, die concludeerde dat de mantelzorgtaken van appellant intensief zijn, heeft het college echter geen ontheffing verleend. De rechtbank heeft in een einduitspraak het beroep van appellant gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten.
In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de eerdere uitspraken van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelt dat appellant onvoldoende heeft aangetoond dat zijn mantelzorgtaken hem belemmeren in het voldoen aan de arbeidsverplichtingen. De Raad benadrukt dat appellant zelf verantwoordelijk is voor het organiseren van de combinatie van arbeid en zorg en dat hij niet heeft aangetoond dat er geen alternatieve zorgvoorzieningen beschikbaar zijn, zoals een persoonsgebonden budget (pgb) of dagopvang voor zijn moeder. De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellant niet slaagt en bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank.