ECLI:NL:CRVB:2016:328
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening wegens onvoldoende financiële duidelijkheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die van 13 maart 2007 tot en met 27 januari 2012 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had na zijn detentie meerdere aanvragen om bijstand ingediend, die door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam waren afgewezen. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant onvoldoende informatie heeft verstrekt over zijn financiële situatie, wat essentieel is voor het vaststellen van het recht op bijstand. De appellant had in de periode van zijn aanvragen in Thailand verbleven en kon niet aantonen hoe hij in zijn levensonderhoud heeft voorzien. Het college had de appellant verzocht om nadere gegevens, maar de verstrekte informatie was niet voldoende om zijn recht op bijstand vast te stellen. De Raad oordeelde dat de appellant niet voldeed aan zijn wettelijke verplichtingen om informatie te verstrekken, wat leidde tot de afwijzing van zijn aanvraag. De eerdere uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.