ECLI:NL:CRVB:2016:3267
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- M. Kraefft
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van leerling in de officiersopleiding KMA en de transparantie van beoordelingscriteria
In deze zaak gaat het om de beoordeling van een leerling in de officiersopleiding aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA). Appellante, die de opleiding had afgerond, kreeg een onvoldoende beoordeling op alle onderdelen van haar functievervulling. Dit leidde tot haar ontheffing uit de opleiding. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze beoordeling, maar de commandant verklaarde dit bezwaar ongegrond. De rechtbank Den Haag verklaarde het beroep van appellante tegen het bestreden besluit aanvankelijk niet-ontvankelijk, maar deze uitspraak werd door de Centrale Raad van Beroep vernietigd. De Raad oordeelde dat appellante wel degelijk procesbelang had bij de beoordeling van haar beroep.
De Raad heeft de zaak inhoudelijk beoordeeld en geconcludeerd dat de leerlingbeoordeling onvoldoende transparant was. De beoordelaars hebben niet in voldoende mate recht gedaan aan de verschillende gezichtspunten en hebben gerechtvaardigde kritiek van appellante te gemakkelijk naast zich neergelegd. De Raad oordeelde dat de commandant niet voldoende had onderbouwd waarom appellante niet in staat zou zijn om zelfsturend op te treden, wat essentieel is voor een functie als officier. De Raad vernietigde het bestreden besluit en droeg de commandant op om een nieuw besluit te nemen, waarbij hij de proceskosten van appellante moest vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en zorgvuldigheid in beoordelingsprocedures, vooral wanneer de gevolgen van een negatieve beoordeling ingrijpend zijn. De Raad stelde dat de commandant bij het nieuwe besluit rekening moet houden met de bijzondere omstandigheden van de opleiding en de feedback die appellante had gegeven.