ECLI:NL:CRVB:2016:3221
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.M. Overbeeke
- P.C. de Wit
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing AIO-aanvraag wegens te hoog inkomen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een AIO-aanvulling door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellant ontvangt sinds 9 juli 2013 een ouderdomspensioen op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW) en heeft een aanvraag ingediend voor een aanvullende inkomensvoorziening voor ouderen (AIO-aanvulling) op 2 juli 2013. De Svb heeft deze aanvraag afgewezen op 27 september 2013, omdat het totale gezinsinkomen van appellant, dat € 1.559,93 bedraagt, boven de geldende norm van € 1.398,98 ligt.
De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Appellant was van mening dat de Svb bij de beoordeling van zijn aanvraag rekening had moeten houden met zijn schulden en het netto te besteden maandbedrag. De rechtbank oordeelde echter dat het totale maandinkomen van appellant te hoog was voor de AIO-aanvulling en dat de Svb aan zijn hoorplicht had voldaan, ondanks dat appellant niet op de hoorzitting was verschenen.
In hoger beroep herhaalt appellant zijn argumenten, maar de Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Raad stelt vast dat er geen sprake is van een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel, omdat er geen ondubbelzinnige toezeggingen zijn gedaan door de Svb die gerechtvaardigde verwachtingen bij appellant hebben gewekt. De Raad komt tot de conclusie dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de eerdere uitspraak.