Uitspraak
A.H.G. Boelen.
OVERWEGINGEN
16 februari 2012. Vervolgens heeft de arbeidsdeskundige vastgesteld dat appellante aan het einde van de wettelijke wachtperiode met ingang van 25 oktober 2013 in staat kan worden geacht de maatgevende arbeid te verrichten. Bij besluit van 16 september 2013 heeft het Uwv vastgesteld dat voor appellante geen recht op een uitkering op grond van de Wet WIA is ontstaan, omdat zij met ingang van 25 oktober 2013 niet arbeidsongeschikt was.
24 november 2013meegewogen en de medische beoordeling bevestigd. Nadat de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep appellante onveranderd in staat heeft geacht de maatgevende arbeid te verrichten, heeft het Uwv het bezwaar bij besluit van
21 januari 2014 (bestreden besluit) ongegrond verklaard.
.Verder heeft appellante bij brief van 20 juni 2016 gewezen op een behandeling medio 2015 door een anesthesioloog en ter zake medische informatie van 13 augustus 2015 in geding gebracht.