ECLI:NL:CRVB:2016:3123
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herplaatsing en wijziging van de aanstelling in het ambtenarenrecht met betrekking tot passende arbeid
In deze zaak gaat het om de herplaatsing van een ambtenaar, betrokkene, die sinds 3 mei 1989 in dienst is bij het waterschap X. Betrokkene was laatstelijk werkzaam als specialist juridische zaken, maar is sinds 20 februari 2012 wegens ziekte uitgevallen. Na een deskundigenoordeel van het Uwv in 2013, dat aangaf dat er geen reële mogelijkheden voor re-integratie waren, is betrokkene in 2014 gestart met een beperkte re-integratie. Het Uwv heeft betrokkene een loongerelateerde uitkering toegekend, maar in 2014 heeft het waterschap betrokkene herplaatst in een functie van uitvoerend medewerker, gewaardeerd op salarisschaal 6, voor achttien uur per week. Betrokkene heeft bezwaar gemaakt tegen deze herplaatsing, omdat zij van mening was dat deze functie niet passend was gezien haar eerdere functie en opleidingsniveau.
De rechtbank heeft het bestreden besluit van het waterschap vernietigd, omdat het niet in acht had genomen dat betrokkene inmiddels weer geschikt was voor haar eigen functie. Het waterschap ging in hoger beroep, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de herplaatsing niet als passende arbeid kon worden aangemerkt. De Raad benadrukte dat de inspanningsverplichting van het bestuursorgaan om passende arbeid aan te bieden, nauwgezet in acht moet worden genomen. De Raad concludeerde dat de functie van uitvoerend medewerker niet voldeed aan de criteria voor passende arbeid, gezien het langdurige arbeidsverleden en het opleidingsniveau van betrokkene. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en veroordeelde het waterschap in de proceskosten van betrokkene.